De polder lag ten zuiden van Lellens en werd omsloten door de Borgweg, de Stadsweg, het Westerwijtwerdermaar en het Lellenstermaar.
Het bestaan van het waterschap wordt - al zegt hij het niet - door Geerstema betwijfeld, omdat hij meldt dat de polder enkel is ingetekend op de kaart van het waterschap Hunsingo en op de waterstaatskaart. Hij noemt alleen de locatie en dat de polder op via twee duikers uitmondt op het Westerwijtwerdermaar en via een op het Lellenstermaar. In 1910 (hetzelfde jaar als Geertsema's boek) komt er alsnog een reglement.
De tegenwoordige beheerder van het gebied is het waterschap Noorderzijlvest.
Oppervlak 110 ha
Opgericht onbekend
Opgeheven 1971
Opgegaan in Hunsingo
(bron: Geertsema, 1910)
Oude beschrijving:
Deze gronden, op de waterstaatskaart, en op die van het waterschap Hunsingo als Swieringa's polder bekend, zijn gelegen tusschen het Lellenstermaar, het Stedummermaar, den Stadsweg en den grindweg naar Stedum, en omvatten ongeveer H. 110.
De landen worden niet bemalen, maar wateren af door drie duikers, waarvan twee op het Stedummermaar en één op het Lellenstermaar. Deze drie duikers zijn aan den binnenkant van eene schuif voorzien om hooge waterstanden te keeren.
Het onderhoud der duikers berust bij de eigenaren der landen waarin zij zich bevinden.