Waterschap Tenposterdraaibrug

Het waterschap is opgericht in 1910. Het doel van het waterschap was 'het onderhoud van de brug verbindende den weg van Kroddeburen met die naar Wittewierum'. In de periode voor 1910 bestnd een soort vereniging van belanghebbende voor het onderhoud van deze brug over het Damsterdiep in verhouding met andere zogenaamde brugwaterschappen was Tenposterdraaibrug een groot waterschap, namelijk 1237 hectare. In de Tweede Wereldoorlog is de brug vernield. Jarenlang bleef ter vervanging van de brug een canadese brug liggen. Dit terwijl duidelijk was dat hierdoor een gevaarlijke verkeerssituatie ontstond. In 1958 is het waterschap bij besluit van gedeputeerde staten van Groningen opgeheven.
(bron: Kruiswijk, 2005)

Teije Penninga schreef in 2016 over dit waterschap in Dorpsnieuws Ten Post het volgende:

Het waterschap De Ten Posterdraaibrug.

De vorige brug in Ten Post. Een boeiende geschiedenis, waard om bewaard te blijven.

Deze draaibrug is in 1945 opgeblazen, veel ouderen in Ten Post weten zich dat heel goed te herinneren.
Het was een zo genaamde boerenbrug, de boeren in de omgeving hadden er belang bij dat er een goede brug zou komen. Daarom werd het initiatief genomen tot oprichting van een apart waterschap.
De brug zag er uit als de brug die nu in Winneweer lag, maar wel groter en breder.
De geschiedenis van de brug heeft altijd al mijn warme belangstelling gehad, onlangs ben ik begonnen met archief onderzoek, ik ben geweest bij het gemeentelijk archief in Ten Boer en bij het archief van het waterschap Hunze en Aa's in Veendam. Het waterschap De Ten Posterdraaibrug is opgeheven op 7 januari 1958 en opgegaan in waterschap Fivelingo. Het waterschap Fivelingo is in 1986 opgegaan in Eemszijlvest. In 2000 is het gebied ten oosten van het Eemskanaal opgegaan in Hunze en Aa’s en het noordwestelijke deel in Noorderzijlvest.  Het archief van het waterschap Fivelingo bevindt zich zodoende in Veendam.
Ook heb ik via internet informatie verkregen bij Provinciale Staten van Groningen.
Binnenkort ga ik nog naar de Groninger Archieven daar liggen ook nog een paar mappen met archiefstukken.
De draaibrug was niet de eerste brug in Ten Post, ik heb al eens gelezen in het algemeen politieblad dat de veldwachter van Ten Post 5 gulden beloning kreeg omdat hij zo goed toezicht had gehouden op de afbraak van de brug in Ten Post.

Maar eerst de in de stukken vastgelegde geschiedenis van de brug.
Het waterschap De Ten Posterdraaibrug is opgericht in 1911, de eerste vergadering van de ingelanden werd gehouden op 18 maart 1911 bij café Koopman in Ten Post 's middags om 17.00 uur.
Ingelanden zijn: elke grondeigenaar met grond binnen het gebied van het betreffende waterschap.

Volgens het notulenboek waren niet voldoende hectares aanwezig daarom kon de vergadering niet doorgaan.
Het eerste bestuur bestond uit J.W.Veldman, D.E.de Jager en Jan Bolhuis Kzn. Tijdens de eerste vergadering wordt het reglement voorgelezen en vastgesteld ook wordt J.Koopman gekozen en benoemd tot secretaris-boekhouder van buiten het bestuur voor een salaris van 15 gulden per jaar.
Als vergaderplaats wordt het logement van J.Koopman in Wittewierum gekozen, over bijna alles wordt namelijk gestemd. Behalve over het bouwen van een nieuwe houten draaibrug, dit voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
Vervolgens doet het bestuur het voorstel een geldlening van 5500 gulden af te sluiten.
Bij de rondvraag wordt de vraag gesteld of het waar is dat de heer Triezenberg voor zijn bemoeienis met het oprichten van het waterschap een rekening heeft gestuurd van 160,--, terwijl hij burgemeester van Ten Boer is en volgens de vragensteller redelijk verplicht is dit kosteloos te doen.

Er wordt voorgesteld voor het passeren van belastbare fietsen 2 cent en voor het passeren van rijtuigen 5 cent te heffen, dit voorstel wordt net als de andere voorstellen uit deze vergadering aan gedeputeerde Staten van Groningen voorgesteld ter goedkeuring.
De volgende vergadering is op 6 juni, daar wordt de lening op 5000 gulden gezet met een aflossing van 250 gulden per jaar, het voorstel om 20 cent per hectare te heffen wordt met algemene stemmen aangenomen.
Na kascontrole blijkt er fl 1201,75 1/2 in de kas te zitten.
Vervolgens wordt nog één keer per jaar vergaderd, besloten wordt de bestuursleden een vaste vergoeding van 25 gulden per jaar te geven voor reis en verteringskosten.
Omdat er in Wittewierum geen geschikte vergaderplaats is wordt besloten in het vervolg beurtelings bij de cafe's Kool, Schutter en Doff te vergaderen.
Op 17 augustus is er een buitengewone vergadering omdat er een conflict is onstaan tussen de brugwachter en de Loppersumer Schuitenvaarder over het bruggeld, het bestuur stelt voor het tarief zo te laten, maar er kan geen wettig besluit worden genomen  omdat er niet voldoende hectares aanwezig zijn.
Over 2 weken wordt weer een vergadering gehouden. Besloten wordt niet aan het verhogen van het tarief, zoals voorgesteld door gedeputeerde staten en het bestuur, mee te werken daar de brug dan in een ongunstige positie komt, dus het tarief blijft hetzelfde en daar is iedereen blij mee.

De daaropvolgende vergadering is op zaterdag 31 mei 1913 om 19.00 uur in Café Schutter. Aanwezig zijn 8 personen, ook wel ingelanden genoemd, zij vertegenwoordigen een aantal hectares land en hebben gewogen stemrecht, dat betekend hoe meer land iemand heeft, hoe meer stemmen tijdens de vergadering door hem of haar kunnen worden uitgebracht. Dat blijkt wel tijdens de bestuursverkiezing.  Er worden 52 stemmen uitgebracht op de heer D.E.Jager waarvan 10 blanco, vermoedelijk had de heer Jager dus 10 stemmen en heeft hij niet op zichzelf gestemd. Het batig saldo is fl. 353,78½ De hoofdelijke omslag gaat weer naar 20 cent per hectare.
Besloten wordt de brugwachterswoning tegen brand te verzekeren, ook hier zijn 42 stemmen voor en 10 tegen, de verzekering wordt bij voorkeur afgesloten bij een onderlinge kas, mocht de brugwachter daar bezwaar tegen hebben, dan beslist het bestuur. De brugwachterswoning stond toen op de tuin van (het pand)  B.Kuiperweg 1, dus tussen  het huis en het Damsterdiep
De vergadering van 28 mei 1914 in Café Kool, is kennelijk belangrijk er zijn 11 ingelanden aanwezig  samen kunnen ze 101 stem uitbrengen, daardoor kan bijvoorbeeld  een nieuw gevolmachtigd bestuurslid  dhr. A.Oosterhuis met 51 van de 101 stemmen worden gekozen.

Op voorstel van de voorzitter worden de verteringskosten tijdens deze vergadering uit de kas betaald, maar de volgende keer niet weer.
De heer D.Knol stelt voor aan gedeputeerde staten voor te stellen om ieder huis in Ten Post te belasten met een heffing van 25 cent. Er volgt een stevige discussie, na stemming blijkt het voorstel te zijn aangenomen. Verder worden er vragen gesteld over het mogen lossen en laden in de brug, dat wordt uitgezocht en er wordt de opmerking gemaakt, dat de brug maar slecht bediend wordt, het bestuur zal daar met de draaimeester (de brugwachter) over spreken.
Er is bij één lid onvrede over het plaatsen van de aankondiging van de vergadering in het Nieuwsblad van het Noorden, hij wil ook graag een advertentie in de Nieuwe Provinciale Groninger Courant, besloten wordt dat niet te doen vanwege de kosten, wel worden de vergaderingen aangeplakt bij de brug.

Op 24 maart 1915 bij Café Doff zijn alleen de 3 bestuursleden en de boekhouder aanwezig en omdat de begroting jaarlijks voor 8 april  moet worden ingediend wordt deze toch maar vastgesteld. Deze begroting wordt door GS (Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen) afgekeurd omdat het tekort al eerder bleek te zijn verrekend. Daarom wordt op 24 april 1915 een volgende vergadering gehouden, daar zijn voldoende ingelanden aanwezig en wordt de begroting aangepast. Het blijkt dat de boekhouding nog niet is nagekeken daarom wordt op 9 juni nogmaals vergadert.  Tijdens deze vergadering wordt de boekhouding nagekeken en vastgesteld.
Hierna vergadert men elk jaar, alles gaat kennelijk zijn gangetje steeds worden de notulen van de vorige vergadering ongewijzigd vastgesteld, de boekhouding gecontroleerd en goedgekeurd, de begroting wordt vastgesteld en ze worden daarna samen naar de heren GS gestuurd.

Tijdens de vergadering van 1918 wordt voorgesteld de draaibrug elektrisch te gaan verlichten de aanwezigen vinden dat niet nodig, de brug wordt bij duistere maan al verlicht en ’s morgens is er niet veel behoefte aan, staat in de notulen.
Op de vergadering van maandag 10 mei 1920 worden de gebruikelijke  punten afgewerkt, maar bij de mededeling geeft de heer Knol aan dat hij weet dat paarden soms in draf over de brug gaan, dat is nadelig voor de brug, het bestuur beloofd dit met de brugwachter ter gaan overleggen en te regelen.
Op 23 mei 1921 wordt besloten tot het aanleggen van elektrisch licht over de meter. Het bestuur stelt hiervoor 30 gulden beschikbaar, als het meer kost moet de huurder dat zelf betalen, ook moet er nieuw behang worden aangebracht in het brugwachtershuis!
Steeds vaker blijven de ingelanden weg van de vergadering en handelt het bestuur de zaken af, op 22 mei 1923 wordt ontheffing bij de kroon aangevraagd voor het pensioen van de boekhouder.

Op 31 mei 1924 komt de dakbedekking van het brugwachtershuis aan de orde, voorgesteld wordt om dat met asfaltpapier te gaan doen, maar dat voorstel wordt afgewezen, dan moet aannemer Lenting het maar aansmeren, hij komt ter vergadering  en verteld dat dan geld wordt verknoeid, uiteindelijk wordt besloten dat 2 bestuursleden samen met Lenting maar moeten gaan kijken wat er moet gebeuren.
Op 16 juli 1930 is niet er voldoende land aanwezig om te kunnen vergaderen, daarom wordt op 28 juli 1930 een nieuwe vergadering gehouden, tijdens deze vergadering wordt gezegd dat de brug in slechte staat verkeerd, er moeten nodig twee nieuwe pinnen onder de brug worden gelegd, ook het bovendek moet herzien en waar nodig vernieuwd worden. In 1931 blijkt uit de rekening dat de kosten van 1930 samen  1411,40½ gulden was terwijl de inkomsten 1838,55½ gulden waren.
Dit gaat zo door met elk jaar een vergadering in de maand mei of juni, ook tijdens de tweede wereldoorlog wordt ieder jaar vergadert,  op 24 mei 1944 wordt besloten de pacht van de brug met 50 gulden te verlagen tot 125 gulden. De brugwachter moest namelijk de brug pachten en elk jaar de pachtsom betalen, als inkomsten had hij het klompgeld, als een schip door de brug ging kwam er een klomp aan een hengel naar beneden waar de schipper geacht werd het verschuldigde bruggeld in te doen. Voor de verlaging wordt geen reden opgegeven, het kan niet de inundatie geweest zijn die begon op 18 september 1944, het is wel aannemelijk dat er door de oorlog veel minder scheepvaart door de brug kwam met dus minder inkomsten voor de brugwachter.
De volgende vergadering is op 21 mei 1945, alle zaken worden gewoon afgewerkt ook de begroting, rekening en verantwoording worden opgestuurd naar de heren Gedeputeerde Staten van Groningen. Aan het eind van de vergadering volgt de constatering dat de brug is vernield en de woning van de brugwachter zwaar is beschadigd door oorlogshandelingen.  De brug is op 14 april 1945 om 3 uur ’s middags opgeblazen door de zich terugtrekkende Duitse bezetter.

Het opblazen van de brug en de schade aan de woning van de brugwachter waren ingrijpende gebeurtenissen voor het waterschap.
De Canadese bevrijders wisten er wel raad mee, de beschadigde brug werd wat opgeruimd waarna er een Baileybrug over geschoven werd. Het verkeer over land kon er weer overheen.
Later is de Baileybrug op kosten van de gemeente omhoog gebracht zodat scheepvaart weer mogelijk was.
De kosten van de noodvoorziening fl. 2.661,50 werden door het Ministerie van Financiën  betaald, dit waren de kosten van het verwijderen van de Baileybrug en het aanleggen van een noodbrug tijdens het bouwen van de nieuwe brug.
Deze noodbrug zou maar een bescheiden breedte krijgen, het verhaal gaat dat de bakker van het dorp een fles jenever aan de aannemer gaf zodat de breedte voldoende zou zijn om er met zijn kar over te rijden.
De Baileybrug is door Aannemingsbedrijf Bos uit Appingedam voor fl. 906,40 gedemonteerd en vervoerd naar Hendrik-Ido-Ambacht.

De brugwachterswoning (op onze tuin aan de B.Kuiperweg 1 in Ten Post)  is nog wel weer opgeknapt, er bestaan twee verschillende foto’s waarop een andere dakconstructie is te zien, maar de dubbele woning waarin snieder (kleermaker) Bakker de brugwachter woonde is later in 1957 alsnog afgebroken, het verhaal gaat dat tijdens de bouw van de hefbrug een heipaal uit de stelling is gevallen en het huis onherstelbaar heeft beschadigd, toen is het afgebroken.
Het huis B.Kuiperweg 1 werd toen op 23 mei 1957 door de gemeente gekocht als brugwachterswoning. Zo vallen puzzelstukjes op hun plek. Mijn schoonvader K.Zuur was al tijden op zoek naar een bedrijfspand waar hij een eigen schoenmakerij zou kunnen beginnen. Hij kreeg van de heer Venhuizen uit Overschild de tip dat in Ten Post een geschikt pand te huur was, mits hij bereid was de brug te draaien.
De huur is op 17 april 1958 ingegaan het gezin is vanaf 12 maart 1958 in het huis gaan wonen.

De heer Venhuizen was onder andere administrateur van het waterschap De Ten Posterdraaibrug en uiteraard goed op de hoogte van de ontwikkelingen en de mogelijkheden.
Begin 1968 werd de weg van Ten Post naar Schildwolde een provinciale weg en de brug een provinciale brug, daardoor kwam de functie van gemeentelijk brugwachter te vervallen, de gemeente heeft het huis op 5 april 1968 verkocht aan de heer en mevrouw Zuur, toen de gemeenteopzichter kwam praten over de verkoop van het huis vertelde hij dat de gemeente het huis liever af zou breken. De opmerking van mevrouw Zuur dat ze het huis dan wel tegen afbraakprijs zouden kunnen kopen, werd van de hand gewezen.

Laten we nog even de verdere gang van zaken van het waterschap volgen.
Tijdens de vergadering in 1950 werd verteld dat de uitkering van bureau Oorlogsschade fl 13.730,70 zal zijn om een nieuwe brug te bouwen. Tijdens de vergadering wordt ook verteld dat verschillende ingelanden weigeren de opgelegde lasten te betalen.
In de vergadering wordt ook gezegd dat geprobeerd moet worden de nieuw te bouwen brug onder de provincie te laten vallen.
In 1952 is er onenigheid over de uitvoering van de brug, de vergadering is van mening dat bij een belangrijke vaarweg als het Damsterdiep voor een bepaald soort brug moet worden gekozen, ze hebben de voorkeur voor een hefbrug.
In 1954 blijkt dat de gemeente Ten Boer de nieuwe brug in eigendom zal krijgen, de gemeenteraad heeft dat besloten.
In 1955 blijkt dat de afkoopsom van bureau oorlogsschade is vastgesteld op fl 23.554,58. Ook van andere instanties zijn afkoopsommen ontvangen om daarvan een nieuwe brug te kunnen bouwen.

Tijdens de vergadering van 24 juli 1956 ligt er een brief van de gemeente Ten Boer om de afkoopsom van de brug te betalen omdat de nieuwe brug klaar is en door de gemeente in onderhoud is genomen, deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Er is dan inmiddels een batig saldo van fl 63.836,56.
Ook later in 1956 gaat het nog over het overmaken van de afkoopsom doen we dat in één keer of in meer jaren, daarover word een bespreking gehouden met de gemeente en de provincie.
Tijdens de vergadering van 17 juli 1957 wordt voorgesteld het waterschap op te heffen, de afkoopsom is dan inmiddels overgemaakt en er zit nog fl 136,91 in kas, hiervan moeten nog een paar dingen worden betaald, uiteindelijk blijft er fl 67,16 over. Besloten wordt dat dit bedrag wordt overgemaakt aan het gemeentelijke Groene Kruis in Ten Boer.
Provinciale Staten hebben op 7 jan 1958 besloten het waterschap op te heffen.

De draaibrug heeft van ca 1865 tot 1945 in Ten Post gelegen, het bouwjaar is zo ongeveer te concluderen uit het bericht in het Algemeen Politieblad van 18 augustus 1864.
“De officier van Justitie te Appingedam deelt mede, dat de procureur-generaal, fungerend directeur van politie in de provincie Groningen, aan de te Ten Post gestationeerden rijksveldwachter Roelf Bolt magtiging heeft verleend tot het aannemen eener gratificatie van f  5,-- hem aangeboden door K.S. Bolhuis en M.J.Hoff, als volmagten van de draaibrug te Ten Post, voor door hem in den afgelopen winter gehouden toezigt op de afbraak van de oude brug aldaar.”

De draaibrug was dus niet de eerste brug die in Ten Post over het Damsterdiep heeft gelegen, in ieder geval de tweede en misschien wel de derde, de oorsprong van de overgang is volgens mij nog steeds gelegen in de naam Ten Post vroeger Ta Posta, het dorp bij de post, een dikke balk over het Damsterdiep, ja dan is een brug toch handiger.

Ik hoop dat het verhaal van de brug u heeft kunnen boeien, ik kan niet instaan voor het juist citeren van alle notulen omdat het handschrift van secretarissen soms moeilijk leesbaar is.